Op de korte termijn wordt ons weer beïnvloed door een lagedrukgebied boven West-Europa. Met enige regelmatig trekken gebieden met neerslag over Nederland. Het weerbeeld wordt zeker in de tweede helft van deze week wisselvalliger. Vergeleken met afgelopen weekend is het een stuk zachter, want de wind komt uit het zuiden en niet meer uit het noorden. Zeker als tussen de buien de zon een tijdje schijnt kan het landinwaarts opwarmen richting 15 graden. 

Tijdens het weekend zijn er zelfs enkele uitschieters richting 20 graden, maar de onzekerheid is nog groot. In de weerkaart rechtsonder is te zien dat de grens tussen twee luchtsoorten in de hoofdverwachting van het ECMWF weermodel ten westen van Nederland ligt. Een verschuiving richting het oosten zou gepaard gaan met maxima rond 10 graden. Een aanzienlijk verschil dus! Na het weekend gaan de rode en blauwe lijn in de pluim fors naar beneden terwijl er ook een aantal berekeningen vrij hoog blijven met hun maximumtemperaturen. Een teken dat de grens niet ver weg kan zijn.

Deze overwegend zuidelijke windrichting zorgt zelfs tot in delen van Scandinavië voor bovengemiddelde temperaturen. In Kopenhagen en Stockholm is kans op middagtemperaturen net iets boven 10 graden. Ook verder naar het oosten zijn de temperaturen aan de hoge kant, maar dat is toe te schrijven aan de invloed van een hogedrukgebied en veel ruimte voor de zon. 

In Spanje, Portugal en in het zuidwesten van Frankrijk is het frisser en komt het tot talrijke buien met onweerskansen. De meeste neerslag wordt deze week dan ook in deze hoek van Europa verwacht. Bij sommige buien kan het behoorlijk doorplenzen en is lokale wateroverlast niet uit te sluiten, vooral in gebieden met redelijk wat hoogteverschillen. Zelfs op de Canarische Eilanden en in Marokko is van stabiel lenteweer geen sprake.

Tijdens de eerste twee weken van april blijft een strook van west naar oost over Europa gevoelig voor een vrij wisselvallig weertype door de aanwezigheid van lagedrukgebieden. Aan weerszijden van dit gebied, zowel in het noorden als zuiden van Europa, komt geleidelijk een trend voor een rustiger weerbeeld in de weermodellen naar voren. In de derde week wordt bijvoorbeeld voor het westen van Noorwegen en het zuiden Spanje en Portugal een droger weerbeeld verwacht.

Het Amerikaanse GFS weermodel gaat op deze termijn in grote lijnen met deze trend mee. Dat betekent dat in onze omgeving de kans groot is op een westelijke of zuidwestelijke windrichting en de aanvoer van vrij zachte (sub)tropische oceaanlucht in stand blijft. Begin april is het gemiddeld genomen zo’n 11 tot 14 graden. Tijdens een zonnige en droge middag kan de temperatuur dan oplopen naar 15 graden of meer. 

Volledig droog weer is op de lange termijn niet heel aannemelijk, maar met bovengemiddelde temperaturen en droge perioden zal het van tijd tot tijd zeker aangenaam lenteweer kunnen worden.

Foto omslag: Piet Grim