De eerste week in het maandmodel verloopt gemiddeld 1 tot 3 graden te warm volgens de nieuwe berekeningen. Dat komt doordat lagedrukgebieden relatief warme lucht uit de subtropen meebrengen. Laten we de komende periode nu net met diverse lagedrukgebieden te maken krijgen.

Lagedrukgebieden staan in onze omgeving vaak ook garant voor wisselvallig weer. Dat is ook de komende periode zo. Het maandmodel laat daarom niet voor niets een nattere week zien dan gebruikelijk in deze tijd van het jaar. 

Ook in de tweede week van het maandmodel zien we duidelijke signalen voor relatief warm en nat weer. Duidelijk is de natte voorkeur voor een brede strook over de Atlantische Oceaan, de Britse Eilanden en het noordelijk deel van Centraal- en Oost-Europa. Deze strook laat duidelijk zien dat ook in deze periode veel lagedrukgebieden ons land passeren, met de nodige wisselvalligheid natuurlijk.

Net als in deze week geldt ook volgende week dat de lagedrukgebieden zachte lucht met zich meenemen in het maandmodel. Hierin staat het maandmodel wel tegenover de reguliere 15-daagse weersverwachting, die juist met iets beneden normale temperaturen komt.

In de derde en vierde week vindt in het maandmodel een herstel richting meer normaal weer plaats. De duidelijk bovennormale temperaturen in de eerste twee weken van de maandverwachting verdwijnen en in de vierde week krijgen we dan te maken met normale temperaturen. Ook het signaal voor te nat weer verdwijnt en neigt in het slot van de maandverwachting naar normale hoeveelheden. In week 3 is er zelfs weer een lichte voorkeur voor normaal, hetgeen volledig afhangt van de positionering van een hogedrukgebied.