Na 16 maart kwam het op slechts 7 dagen tot een ijsdag. De meest bijzondere is de regionale ijsdag in Maastricht op 5 april 1911. Die dag werd het niet warmer dan -0,5 graden. Dit is de laatst gemeten ijsdag sinds het begin van de metingen in 1901. Slechts op 7 dagen eerder sinds 1901, dat geeft wel aan dat het erg bijzonder is!

Als ook in de Bilt de temperatuur de hele dag onder het vriespunt blijft, is er sprake van een landelijke ijsdag. Dit is heel goed mogelijk en het zou dan een record zijn: de laatste keer dat hier zo laat in het jaar een ijsdag werd gemeten was op 12 maart 1947 met een maximum temperatuur van -1,2 graden.  

Deze kou zo laat in het winterseizoen gaat ook op veel plaatsen in het land kouderecords opleveren. Vooral in de zuidelijke helft gaan zaterdag records gebroken worden. Ook zondag kan het op een aantal plaatsen tot records komen. De laagst gemeten temperatuur op 18 maart is -7,0 graden, daar komen we misschien wel heel kort bij in de buurt!

Dat het mogelijk zo laat in het jaar tot een ijsdag kan komen, komt door de koude lucht en de bewolking die hoort bij een storing boven ons land. In deze tijd van het jaar is de zon al erg sterk. Breekt de zon flink door, dan loopt het kwik op tot boven nul en is er geen sprake meer van een ijsdag. Het zuidoosten maakt de meeste kans op veel bewolking, mogelijk dat daar dus het hele etmaal geen positieve temperatuur wordt gemeten. Weerplaza verwacht op de meeste plaatsen in het land maxima tussen -1 en 1 graad, lokaal iets kouder of iets minder koud.

Ook zondag bevindt ons land zich nog diep in de koude lucht. In de ochtend kan het plaatselijk 7 graden vriezen. Overdag schijnt met uitzondering van het zuiden op veel plaatsen de zon. Op veel plaatsen loopt het kwik op tot iets boven nul, maar lokaal kan het kwik opnieuw iets onder nul blijven steken. Mocht dat lukken, dan is er wederom sprake van een regionale ijsdag.