Op meetpunt IJmuiden en Vlieland kwam het woensdagavond tussen 20.10 en 21.00 uur tot een gemiddelde windkracht 9. Hiermee is officieel sprake van storm en het is daarmee alweer de derde storm van dit nog prille jaar. Op 31 januari trok storm Corrie over het land en op 6 februari stormde het een uur op meetpunt Vlissingen. 

Later op de avond en in de nacht kwam het op meer punten tot storm. De zwaarste windstoot werd gemeten in Lauwersoog met 114 km/uur. 

Na een heel lange periode met bijzonder rustig weer in januari, is het de laatste weken juist wat vaker onstuimig. In januari zagen we de straalstroom, een krachtige windrivier op grote hoogte, vrij ver van ons land vandaan liggen. De afgelopen weken ligt de straalstroom juist regelmatig in de buurt of boven ons land. Voorlopig blijft dit zo en daardoor kunnen we ons na Dudley opmaken voor storm Eunice die vrijdag onze regio aandoet. Deze storm zal waarschijnlijk nog meer impact hebben dan Dudley.

Met vandaag erbij hebben we deze winter al vier stormen gemeten in ons land. De eerste storm was op 1 december, toen op Vlieland een uur lang windkracht 9 is gemeten. Daarna is het een lange periode door hogedrukgebieden zeer rustig en veelal grijs weer geweest. Op de laatste januaridag trok storm Corrie over ons land, zes dagen later stormde het een uur lang in Vlissingen, wat goed was voor de derde officiële storm in ons land. Vrijdag zet Eunice de teller van stormen in deze winter zeer waarschijnlijk op vijf. 

Langs de straalstroom ontstaan, zeker in het winterhalfjaar, nu en dan krachtige lagedrukgebieden. Nabij de straalstroom bevindt zich vaak de grens tussen koude lucht uit de poolstreken en zachte lucht uit de gematigde breedten. Samen met 'trek' van de straalstroom op grote hoogte ontstaan langs dit onstabiele grensvlak soms stormdepressies. Sommige daarvan zorgen in ons land voor onstuimig weer, waarvan af en toe het ook tot storm komt. De straalstroom werkt dus als een soort 'aanjager' voor stormdepressies. 

In de winter is een storm volstrekt normaal. Sinds het begin van de metingen in 1901 is het maar 10 winters níet tot storm gekomen. Gemiddeld stormt het in de drie wintermaanden, december-januari-februari, op acht verschillende dagen. Er zit wel een groot verschil in het aantal stormdagen per winter. De ene winter telt maar één stormdag, terwijl sommige winters meer dan tien stormdagen tellen.