Als we door de jaren heen kijken, loopt de datum sterk uiteen, wanneer we ergens in Nederland voor het eerst 25 graden halen. Het gemiddelde ligt op 8 mei, maar tot twee weken eerder of later is volstrekt normaal. Dat is grofweg tussen eind april en 20 mei.

De uitersten zijn 29 maart in 1968, als vroegste, terwijl in 1984 pas 19 juni sprake was van een zomerse dag.

De eerste officiële landelijke zomerse dag, wanneer de temperatuur bij het KNMI in De Bilt tot 25 graden stijgt, valt doorgaans iets later, gemiddeld op 17 mei. Dat gebeurt dit jaar dus vrijwel een maand eerder dan normaal.

Vorige week viel het behoorlijk tegen in sommige regio's met warmte en zonneschijn, tegen de verwachtingen in. Er vielen ook geregeld buien. Dat wordt nu ruim goedgemaakt. Vandaag en ook morgen en vrijdag is het grotendeels zonovergoten. Er drijven wat hoge dunne wolkensluiers over, maar dat hindert weinig.

Het zal even wennen zijn voor veel mensen, maar de parasol, petjes en zonnebrand moeten weer tevoorschijn worden gehaald. De zonkracht is namelijk 4 tot 5 tussen 11.00 en 14.00 uur, dat betekent dat je zonder bescherming binnen 20 tot 30 minuten al kan verbranden!

Het uitgesproken zonnige weer gaat samen met aanvoer van zeer warme lucht, die naar Nederland stroomt met een zwakke zuidoostenwind. Dat hebben we weer te danken aan een flink hogedrukgebied boven Duitsland. In een groot deel van Nederland komt het kwik deze dagen ruim boven de 20 graden uit.

Op de stranden is het vooral 's ochtends en in de vroege middag ook heel goed toeven. Met het verder oplopen van de temperatuur zien we echter dat de kans toeneemt dat de wind vanaf zee gaat waaien. Dat komt mede omdat het Noordzeewater nog koud is, voor de westkust slechts 9 graden!

Wanneer de zeewind dus opsteekt, wordt het gelijk gevoelig frisser. De temperatuur kan zomaar dalen van 23 tot 25 graden naar nauwelijks 16 graden. Dit effect kan trouwens ook optreden, in iets mindere mate, aan de oostzijde van het IJsselmeer en Markermeer.