De meteorologische lente loopt van 1 maart tot 1 juni. Vandaag zitten we precies op de helft en dus tijd voor een tussenstand.

Duidelijk is dat we deze lente een stuk kouder is dan gebruikelijk en dat is opmerkelijk in een tijd waar we vaak over warmte schrijven.De belangrijkste oorzaak is de noordelijke stroming waar we vaak mee te maken hebben gehad. Op het moment van schrijven zien we die noordelijke stroming nog steeds in de weerkaarten en daar komt de komende dagen nog niet echt verandering in.

Tot dusver is de meteorologische lente ruim een graad kouder dan gebruikelijk. De eerste helft van april verliep zelfs 3,5 graad kouder dan het klimatologisch gemiddelde en dat is veel. De gemiddelde temperatuur over de periode 1 maart tot en met 15 april was 6 graden.

De maximumtemperatuur lag vrijwel dagelijks iets onder de 'normaal'. Opvallend was de afwijking op 31 maart. Toen werd het ruim 12 graden warmer dan gebruikelijk en dat leverde zelfs sinds de start van de metingen de hoogste gemeten maart temperatuur in De Bilt op. Een heus maandrecord dus en die zijn vrij zeldzaam.

In de eerste helft van de meteorologische lente zijn tot nu toe 12 vorstdagen in De Bilt gemeten. Dat is iets meer dan gebruikelijk. Voor april leverde tot nu toe meer vorstnachten op. Fruitboeren hebben dat ook gemerkt en zijn vooral de afgelopen nachten actief geweest om hun fruit te beschermen,

De eerste helft van de lente is ook iets natter verlopen. Maart was nog iets aan de droge kant, maar in de eerste helft van april werd deze achterstand snel ingelopen. Gemiddeld is er tot nu toe 74 mm neerslag gevallen. Dat is bijna 10 mm dan normaal.

De natste dagen in de eerste helft van de lente waren 7 en 10 april. Op woensdag 7 april viel veel van de neerslag als sneeuw. Op de Vaalserberg ontstond een sneeuwdek van bijna 20 cm dik! Zaterdag 10 april regende het in grote delen van het land langdurig. Op veel plaatsen viel 10-15 mm en in Limburg viel plaatselijk 25mm.,

Foto boven: Marjan Vlug