De maand oktober heeft vaak erg nat, zeer somber maar ook vrij zacht herfstweer gebracht. De eerste dagen van november waren ook wisselvallig, maar onder invloed van een hogedrukgebied is vanaf woensdag een vrijwel droge najaarsfase aangebroken. 

Op woensdag, in de vroege ochtend, lag de temperatuur tussen 2 graden langs de oostgrens en 7 langs de kust. Op het weerstation Ell vroor het aan de grond een halve graad. In die regio was dat een primeur voor deze herfst; de eerste keer de autoruiten krabben. 

Wist je dat bij temperaturen boven 0 je soms ook ruiten moet krabben. We leggen het hier uit.

In de nacht en vroege ochtend van donderdag, vrijdag en zaterdag is op meerdere plaatsen landinwaarts kans op vorst aan de grond, maar ook kan plaatselijk mist ontstaan. Dichte mist met het zicht minder dan 200 meter is mogelijk. Ook vormt bij temperaturen aan de grond onder het vriespunt en veel vocht in de lucht rijp op het gras en de autoruiten, waardoor het een beetje winters aandoet.  

Achtergrond: Hoe ontstaat mist

Op een enkele fietsbrug kan het mogelijk glad worden.

Door de strengere coronamaatregelen werken veel mensen thuis, daardoor zal de zon de autoruiten ontdooien. Echter kan het vooral vrijdag op sommige plaatsen lang grijs en mistig zijn.

Grondvorst is deze herfst al eerder voorgekomen, voor het eerst op 20 september in Twente, -1,3 graden. Op 18 oktober kwam het op anderhalve meter voor de eerste keer in dit najaar tot onder het vriespunt, opnieuw op het weerstation in Twente.  

Gemiddeld vriest het voor het eerst in De Bilt rond 4 november, op anderhalve meter hoogte. Vorig jaar vroor het al iets eerder voor het eerst, namelijk op 31 oktober. Het kan nog veel eerder; in 1971 wist de temperatuur al op 16 september voor het eerst na de zomer onder nul te duiken. Andersom kan het ook, zoals in het jaar 2000. Toen was het lang wachten op de eerste vorst na de zomer, op het hoofdstation De Bilt daalde het kwik pas op 17 december met een halve graad voorzichtig onder het vriespunt.