Het weerbeeld kent de afgelopen periode een zekere mate van herhaling door een standvastig hogedrukgebied ten noordwesten van ons land. Daar komt tijdens de eerste helft van deze week weinig tot geen verandering in. Door deze luchtdrukverdeling hebben vooral de noordelijke regio’s te maken met een noordenwind die over het nog koele water van de Noordzee blaast.

Dat zorgt niet alleen voor lagere maximumtemperaturen vergeleken met het midden en zuiden, maar ook voor de aanvoer van wolkenvelden. Deze wolkensoort, stratocumulus, kan soms hardnekkig zijn en het Waddengebied en de noordkust dagenlang teisteren. Dat was verleden week geregeld aan de orde en zorgde voor een groot temperatuurcontrast met soms meer dan 10 graden verschil! 

Het bovenstaande plaatje laat het verwachte bewolkingsbeeld zien uit een hoge resolutie weermodel. In dit geval valt de hoeveelheid bewolking boven het noorden enigszins gunstig uit en vallen gaten in de velden stratocumulus vanaf zee. De grootste onzekerheid in de verwachting zit hem in hoe ver de bewolking het land op trekt en of de bewolking openscheurt en tussendoor ruimte voor de zon overlaat. In het noorden van het land komt de temperatuur tussen 15 en 18 graden uit: afhankelijk van de hoeveelheid bewolking.

De rest van het land heeft een groot deel van de tijd met strakblauwe luchten te maken en vaker een noordoosten- in plaats van een noordenwind. De temperatuur komt tussen 20 en 24 graden uit. In het zuidoosten kan het lokaal 25 graden worden. Bijvoorbeeld in de Brabantse Kempen of in het Limburgse Maasdal. De kans daarop bedraagt momenteel ongeveer 40%.

Langs de oostgrens verschijnen in de middag zeer waarschijnlijk enkele vriendelijke stapelwolken: de groen/paarse vlekjes op de kaart. In enkele weermodellen zit een klein signaal voor een hoogtelaag die de vorming van enkele buien kan stimuleren. Dit fenomeen brengt veel onzekerheid in de weersverwachting met zich mee. Een kleine slag om de arm of het volledig droog blijft is op zijn plaats. 

Na woensdag trekt het hogedrukgebied richting Scandinavië en krijgen we met een noordoosten- en later een oostenwind te maken. Dit is goed te zien aan het toegenomen aandeel paarse staafjes in de bovenstaande pluim met verwachte windrichting. De meegevoerde continentale luchtsoort is een stuk droger en de wolkenvelden lossen op. Nog een bijkomstigheid is dat de temperatuur in deze luchtsoort verder kan oplopen.

Vrijdag en tijdens het komende weekend valt het merendeel van de berekeningen binnen een marge van 24 tot 28 graden. Het zuidoosten maakt wederom de grootste kans op de hoogste temperaturen tot in de buurt van 30 graden. De kans op de eerste tropische dag van het jaar is vooralsnog vrij klein met circa 10%. 

Het begin van de zomer, grofweg de periode van 5 tot 20 juni, staat bekend als schaapscheerderskou. Noorden- tot noordwestenwind zorgen in deze tijd van het jaar voor koud weer in de kustgebieden door het koude zeewater, hardnekkige wolkenvelden en soms zelfs mist vanaf zee. De lage temperaturen en de bewolking waren gunstig om de pas geschoren huid van de schapen niet bloot te stellen aan de felle zon. De noordenwinden zijn kortstondig aanwezig, maar van échte schaapscheerderskou lijkt dit jaar geen sprake.

Foto omslag: Henk Voermans