Van de drie wintermaanden was alleen februari kouder dan maart 2018. Maart is uitgekomen op een gemiddelde temperatuur van 4,7 graden. In december was het gemiddeld 4,9 graden en in januari 5,6 graden. Maart verliep dus kouder dan 2 van de 3 wintermaanden, iets wat niet vaak voorkomt. In februari was het, met gemiddeld 0,7 graden, wel duidelijk kouder dan in maart.

Records levert de gemiddelde temperatuur van maart overigens niet op. In de periode van 1981 tot 2010, dat wat de meteorologen normaal noemen, was het in maart gemiddeld 6,2 graden. Met de huidige 4,7 graden zitten we daar ruim onder, maar we hoeven slechts terug naar 2013 om een nog koudere maartmaand te vinden. En ook maart 2006 verliep kouder dan de 2018-versie.

De kou werd vooral in het begin van de maand over ons uitgestort. Een straffe noordoostenwind zorgde toen voor een gevoelstemperatuur van -15 tot -20 graden. De zon scheen wel volop, maar prettig was het allerminst. De eerste drie nachten van de maand daalde het kwik tot rond -9 graden in het oosten en noorden van het land, net geen strenge vorst. De bikkels konden schaatsen.

Op 4 maart zette de dooi stevig in. Weg was de vorst. In Maastricht werd het zelfs 13 graden. Toch al de lentezon dus. Er brak een periode aan met enigszins wisselvallig weer en temperaturen die boven het gemiddelde uitkwamen. Op 12 maart werd het in het oosten ruim 16 graden en was er op een enkele plek sprake van onweer.

De zachte lucht wist echter niet stand te houden. Op 16 maart werd het in Zeeland nog 12 graden, waarna koude lucht het land veroverde. Op 17 maart bleef het in delen van Gelderland en Overijssel zelfs de hele dag vriezen! Vooral in het zuiden viel bovendien wat sneeuw. In enkele regio's was het recordkoud.

De kou wist een paar dagen stand te houden. Vanaf de 20e ging de temperatuur weer omhoog en bleven winterse perikelen beperkt tot de nacht en vroege ochtend. Op 22 maart trok er een regengebied van noord naar zuid. In de Limburgse Heuvels was de lucht net koud genoeg om het daar te laten sneeuwen.

In totaal leverde maart in De Bilt 11 vorstdagen op en twee ijsdagen. Normaal is 8 vorstdagen en 0 ijsdagen.

Maart was iets aan de droge kant. Gemiddeld viel er in het land 60 mm, terwijl 68 mm normaal is. Maar zoals zo vaak waren er grote verschillen. In Zeeuws-Vlaanderen viel rond de 100 mm aan regen (en sneeuw) terwijl in delen van Friesland amper de 40 mm werd gehaald.

Bijzonder waren de waarschuwingen voor brandgevaar in de natuur. De wintermaanden kennen weinig zonlicht dus de grond is over het land behoorlijk vochtig. Maar de ijzige en droge noordoostenwind van eind februari en begin maart blies alles droog. Onder andere in Gelderland en Utrecht werd daarom gewaarschuwd voor brandgevaar in de natuur, met code geel en zelfs even code rood.

De zon was iets vaker te zien dan normaal. Landelijk scheen ze ongeveer 135 uur terwijl 125 uur gemiddeld is voor maart. Het meest zonnig was het in het (te) droge noorden. Terschelling wist maar liefst 170 zonuren te noteren. In het zuiden stokte de teller al iets boven de 100 uur.