De komende dagen bevinden we ons in een koude luchtsoort, maritiem polair om precies te zijn. Deze koude lucht, van origine afkomstig uit de poolstreken, zorgt ervoor dat de temperaturen in de middag rond of iets normaal komen te liggen. In de komende nachten gaan we echt de polaire lucht merken. De temperatuur kan vooral in het diepe binnenland 's nachts flink onderuit gaan. Komende nacht kan het kwik in het noordoosten dalen naar 6 graden, in de nacht naar zaterdag zijn lokaal minima van opnieuw 5 of 6 graden mogelijk en in de nacht naar zondag kan het mogelijk nog kouder worden. Normaal voor deze tijd van het jaar zijn minimale waarden van ongeveer 12 graden.

Naarmate de herfst vordert en vooral naarmate de nachten weer langer worden, neemt ook de kans op de eerste nachtvorst toe. Of het in de komende nachten ergens tot nachtvorst komt, is nog erg onzeker. Om het tot nachtvorst te laten komen, moet wel echt alles meezitten: weinig wind, zo min mogelijk mist en een kraakheldere lucht.

Een zwakke uitloper van een hogedrukgebied zorgt voor weinig wind in de komende nachten. Daarnaast verdwijnen de stapelwolken en buien in de loop van de avond en zijn er vooral landinwaarts 's nachts brede opklaringen. Omdat het zo afkoelt en er nog best veel vocht aanwezig is, is er wel kans op mist. De temperatuur aan de grond kan makkelijk tot kortbij het vriespunt dalen, als het meezit misschien zelfs er dus net onder. Het is dus niet uitgesloten dat op een enkele plek een autoruit gekrabd moet worden of dat er zeer lokaal een beetje ijs op een plat dak te vinden is.

Polaire lucht is lucht afkomstig uit de poolstreken. In ons geval komt polaire lucht vanaf de Noordpool. Onderweg warmt de lucht boven het zeewater wel wat op, dus echt lage temperaturen zullen we er zeker in deze tijd van het jaar niet van krijgen. Typerend voor polaire lucht zijn de lage temperaturen op enige hoogte. Vooral overdag zien we dit goed aan het toenemen van het aantal buien boven land. Het land warmt op, dus er ontstaan grote temperatuurverschillen, dus hebben buien voldoende voeding om zich te kunnen vormen en te blijven bestaan. Tussen de buien door zijn er felle opklaringen, dus het weerbeeld zal de komende dagen bestaan uit een blauwe lucht met verspreid flinke witte stapelwolken: best fotogeniek weer! 

Nu de meteorologische herfst voor de deur staat, is het ook tijd om even kort terug te blikken op de afgelopen zomer. Juni was wat betreft temperatuur een bijzondere maand: niet eerder sinds het begin van de metingen in 1901 was het zo warm in juni. Na juni werd het echter wisselvallig en verliep vooral augustus aan de koele kant. Toch eindigt deze zomer in de top tien warmste zomers (tiende plaats).

Gemiddeld over het land was de zomer aan de natte kant met ongeveer 250 millimeter (225 millimeter normaal). Vooral in Groningen was het nat met ruim 300 millimeter, maar er waren ook regio's waar nog geen 150 millimeter neerslag viel. Vooral 12 juli was het bijzonder nat. In vrijwel heel het land viel er 20 millimeter of meer binnen 24 uur. Op de natste plaatsen viel zelfs meer dan 60 millimeter. Deze zomer kende vier dagen met ergens in het land 50 millimeter of meer, een zeer natte dag.

Zonnig was het wel. Gemiddeld over het land scheen de zon ruim 630 uren waar ruim 600 normaal is. De meeste zon scheen zoals gebruikelijk in het zuidwesten met 700 uren zon, op de Veluwe en in het oosten was het vrij somber met maar 550 zonuren. De zonnigste maand van deze zomer was juli met ruim 230 uren zon.