Modelbespreking: later deze week gevecht tussen koel en (zeer) warm

Modelbespreking: later deze week gevecht tussen koel en (zeer) warm

Wilfred Janssen
Wilfred Janssen
Wilfred Janssen 20 juni 2022 14:24 uur
Laatste update: 28 juni 2022 15:47 uur
Een gevecht tussen (zeer) warm en koel speelt zich deze week boven of nabij ons land af. In deze modelbespreking kijken we er in detail naar.

Deze week vindt het gevecht tussen (zeer) warme lucht vanaf het continent en koelere lucht vanaf de oceaan in de buurt of zelfs boven ons land plaats. Dit zorgt niet voor alleen soms grote onzekerheid in de temperatuurverwachting, maar ook voor grote onzekerheid in het weerbeeld. Zonnige zomerdagen, maar ook pittig onweer behoort tot de mogelijkheden. In dit artikel kijken we in meer detail dan gebruikelijk naar de hoogtepunten van deze week.

Opnieuw aanvoer van warmte

Het eerste dat deze week opvalt, is de stijgende trend in de temperatuur. Afgelopen weekend hadden we een flinke opstoot van warmte, in de loop van deze week kan (zeer) warme lucht ons land opnieuw bereiken. 

Verantwoordelijk voor deze aanvoer van warmte is een samenspel tussen enerzijds een lagedrukgebied boven de Atlantische Oceaan en een hogedrukgebied dat via onze omgeving richting het oosten van Europa trekt. De stroming draait daardoor langzaam via oost richting meer zuidelijke richtingen, wat in de loop van de week geleidelijk warmere lucht oplevert. 

In deze grootschalige ontwikkeling zit weinig onzekerheid. Toch is in de pluim te zien dat op relatief korte termijn de spreiding in de temperatuurverwachting al snel een graad of 5 is, een behoorlijk verschil. De oorzaak: Franse buien.

Ondanks de korte termijn toch al een behoorlijke spreiding in temperatuur. Vanaf vrijdag is de spreiding nóg groter, maar daar komen we zo op.

Buien vanuit het zuiden

Regen- en onweersbuien zijn zeker in het zomerhalfjaar altijd een zeer onvoorspelbare factor in het weer in onze omgeving. Berekeningen kunnen met een fantastische zomerdag op de proppen komen voor de volgende dag, maar de werkelijkheid is soms compleet het tegenovergestelde. Het gebeurt regelmatig dat de berekeningen ontzettend veel moeite hebben met de ontwikkeling en levenscyclus van buien boven Frankrijk die richting onze omgeving trekken.

Zeker dinsdag en vrijdag loopt ons land het risico om te maken te krijgen met (restanten van) buien die oorspronkelijk uit Frankrijk komen. Vanzelfsprekend levert dit bewolking en wat lagere temperaturen op, soms ook enige tijd regenval. Nu zal regenval dinsdag zeer waarschijnlijk geen rol spelen, maar vooral de zuidelijke helft ziet in de loop van de dag mogelijk meer bewolking door restanten van Franse buien. Dat maakt het verschil tussen vrij zonnig weer met 25 graden of een bewolkter weertype met hooguit een graad of 21. 

Boven Frankrijk ontstaan maandagavond flinke buien volgens onder andere het GFS-model. Best kans dat restanten daarvan over Nederland trekken dinsdag.

De komende dagen zien we steeds buien boven (Centraal) Frankrijk ontstaan. Dinsdag en woensdag trekken deze buien vooral richting Duitsland, donderdag is de hoogtestroming meer zuidelijk en kunnen buien wél weer richting onze omgeving bewegen. Vrijdag kunnen we dus ook zomaar met flink wat buien(restanten) vanuit het verre zuiden te maken krijgen. In zowel het ECMWF als GFS als het ICON-model zien we dit soort signalen terugkeren. Wat niet betekent dát het gebeurt, maar wel iets is waar we zeker rekening mee moeten houden.

Woensdag en donderdag, wanneer de kans op restanten van buien het kleinst is, zien we ook zeer waarschijnlijk de hoogste temperaturen. Zeker landinwaarts verlopen deze dagen zomers warm met maxima van 25 tot 29 graden op de meeste plaatsen. Donderdag komt in het uiterste zuiden zelfs 30 graden weer in beeld. Volgens de berekeningen is de kans op 30 graden in het zuiden zo’n 50%. De eerste tropische dag van dit jaar in De Bilt lijkt minder waarschijnlijk: zo’n 10%.

Strijd tussen koel en (zeer) warm

Naarmate de week vordert, probeert een lagedrukgebied boven de Atlantische Oceaan steeds meer de dienst uit te maken in onze omgeving. Koelere lucht verovert vanaf woensdag langzaam steeds meer gebieden in West-Europa, maar ook in de warme lucht zien we het één en ander gebeuren.

Langs de grens tussen de meest warme lucht boven Centraal-Europa en de iets minder warme lucht boven het westen van Frankrijk en in de Benelux wordt de lucht nabij het aardoppervlak steeds vochtiger, terwijl op grotere hoogte de eerste koelere lucht al binnen stroomt. Het gevolg is dat de onstabiliteit fors toeneemt en de buienkans in deze regio’s snel groeit. Nabij een zwak thermisch lagedrukgebied ontstaan woensdag in Zuid- en Centraal-Frankrijk, maar vooral donderdag en vrijdag boven de zuidelijke resp. oostelijke helft van de Benelux en in Duitsland steeds vaker (onweers)buien naarmate de dag vordert.  

Donderdag en vrijdag wordt dus de meest warme lucht verdreven, maar de onstabiele lucht is zeker nog niet helemaal weg. Zo lang het koufront vanaf de Atlantische Oceaan ons land nog niet heeft gepasseerd, blijven zomerse temperaturen én regen- en onweersbuien goed mogelijk. Het ‘definitief’ verdrijven van de warmte lijkt in de loop van het weekend te gebeuren. Of de warme lucht met veel kabaal wordt verdreven, is uiteraard nog zeer onzeker. Dit hangt af van de precieze timing, want buien kunnen in de tweede helft van de week plaatselijk venijnig uitpakken.

De weerkaart met luchtsoort voor komende vrijdagmiddag. De koele lucht voor later dit weekend ligt dan nog ver op de Atlantische Oceaan (achter de blauwe lijn). Op de grens tussen de zeer warme en iets minder warme lucht (zwarte lijn) kunnen vooral vrijdag pittige regen- en onweersbuien ontstaan. 

De timing verschilt nogal tussen de diverse berekeningen. Dit is niet alleen goed te zien in de snel toenemende spreiding in de pluimgrafiek voor Midden-Nederland, maar ook in de diverse weermodellen onderling. Wat timing betreft lijken het Duitse ICON-weermodel en het Europese ECMWF behoorlijk op elkaar met het verdrijven van de warmte in de loop van zaterdagavond of in de nacht naar zondag. Het Amerikaanse GFS is een stuk sneller; volgens dit model is alle warmte in de loop van zaterdagmiddag al verdreven.

Dynamiek

Voor onweersbuien is in de loop van de week dus meer dan genoeg warmte én vocht aanwezig. Wat we in de loop van de week ook steeds meer toe zien nemen, is de windsterkte op grotere hoogte. Wanneer het verschil tussen wind aan het aardoppervlak en de wind op grotere hoogte groter wordt, komt dit de ontwikkeling van onweersbuien ten goede. Dit bekend verschijnsel, dat in de meteorologie ‘windschering’ wordt genoemd, is dan ook een erg belangrijke parameter om mede de zwaarte van buien te bepalen. De ‘dynamiek’ in de atmosfeer wordt dus sterker.

Het is niet ondenkbaar dat warmte, vocht en vrij sterke windschering in West-Europa op vrijdag samenvallen en in mindere mate ook op zaterdag. In de gebieden waar dit alles samenvalt, kunnen zeer krachtige onweersbuien ontstaan. Onweersbuien van het zwaarste type, supercells, zijn zeker in Frankrijk en Duitsland niet uit te sluiten. Ook in Nederland zijn dit soort buien niet ondenkbaar als voor buien alles gunstig valt, maar de kans is klein. 

Het grootste gevaar bij dit soort buien zijn forse hagel, extreme regenval en zware windstoten. Gelukkig vindt dit alles plaats op zeer lokale schaal, dus verreweg de meeste gebieden krijgen niet met dit soort omstandigheden te maken. 

Zaterdag en zondag ontstaan buien langs een koufront, wat mogelijk grotere buiencomplexen oplevert. Tot in hoeverre we daar in ons land mee te maken krijgen, is nog uiterst onzeker. Een tijdverschil van enkele uren maakt uit of de overgang naar koel weer geruisloos verloopt, of dat het met veel kabaal gaat.


Omslagfoto: DWD-ICON / Wouter van Bernebeek

Neerslagverwachting Harmonie

Bekijk hieronder de neerslagverwachting van het Harmonie weermodel voor de komende 48 uur. Meer weerkaarten bekijken doe je op I'm Weather

Files en vertragingen