Na wekenlange droogte zit er eindelijk een weersverandering aan te komen. Niet alleen voor Nederland, maar ook de landen rondom ons heen krijgen de komende tijd steeds vaker met buien te maken. Soms kunnen dat forse buien zijn met alles erop en eraan. De waterstanden zijn recordlaag, maar zullen de komende periode geleidelijk aan een gestage stijging beginnen.
De afgelopen dagen zagen we met name in Frankrijk, de Ardennen en het westen van Duitsland soms al stevige regen- en onweersbuien ontstaan. In de zuidelijke Ardennen viel afgelopen weekend bijvoorbeeld lokaal meer dan 70 millimeter regen in korte tijd uit een 'treintje' onweersbuien. Of dergelijke neerslagsommen ook in Nederland spoedig gehaald worden is nog afwachten. Doordat het meestal om buien gaat zullen de lokale verschillen nogal groot worden. Eén ding is zeker: de droge en zeer warme periode, waar we sinds begin augustus in grote lijnen al mee te maken hebben, loopt deze week ten einde.
Toch zijn er ook nog genoeg onzekerheden, zeker wat betreft de exacte neerslagsommen en gebieden waar de meeste neerslag valt. De eerste onweersbuien ontstaan maandag in de namiddag en -avond boven Noord-Frankrijk. De buien trekken met een zuidelijke hoogtestroming richting ons land. Met name in Zeeland, Zuid-Holland, Brabant en het zuiden van Limburg kan later vanavond en vannacht daardoor al een felle bui voorkomen. In België en het noorden van Frankrijk kunnen deze buien (zeer) zware windstoten veroorzaken, mogelijk zelfs boven de 100 km/uur. (Zie kaart hieronder.) Eenmaal Nederland bereikt zullen die hoge windsnelheden verdwenen zijn, al is lokaal 70-80 km/uur nog best mogelijk langs de zuidgrens. Elders in ons land blijft het rustig en droog.
Dinsdag zijn eventuele buien alweer snel verdwenen. De zon schijnt flink en opnieuw wordt het zeer warm met diep landinwaarts maxima tot tegen de 30 graden. Elders wordt het 24 tot 27 graden. De luchtvochtigheid gaat verder omhoog, waardoor het nogal broeierig aanvoelt. Later in de middag kunnen in het westen van Duitsland enkele onweersbuien ontstaan, die mogelijk ook het uiterste oosten / noordoosten van Nederland aandoen. Dinsdagavond nadert vanuit Frankrijk een nieuwe thermische vore onze omgeving, maar ditmaal is er boven onze omgeving meer energie voorradig voor de ontwikkeling van forse buien. De meeste weermodellen berekenen redelijk wat onstabiliteit (700-1000 j/kg CAPE van oost naar west) en in combinatie met 20-25 knopen windschering kunnen buien zich redelijk sterk ontwikkelen. Dit zal wel vooral boven het oosten van België en westen van Duitsland gaan gebeuren.
Dinsdagavond bereiken de eerste onweersbuien naar alle waarschijnlijkheid het zuiden en zuidwesten, om zich vervolgens noordoostwaarts uit te breiden. In de nacht naar woensdag blijft de opbouw van de atmosfeer behoorlijk onstabiel, waardoor het op sommige plaatsen vrij lang kan onweren. Het zwaartepunt lijkt over de westelijke helft van het land te vallen en mogelijk ook (deels) over Midden-Nederland. De potentiële neerslagsommen zijn daarbij fors, maar lopen wel sterk uiteen van model tot model. Icon, Harmonie en ECMWF zijn het meest gortig met zeer plaatselijk zelfs 50-70 millimeter in delen van Zuid-Holland, Noord-Holland en het IJsselmeergebied. Natuurlijk is dit slechts een berekening en nog lang géén uitkomst. Andere uitvoer hebben namelijk minder regen, al komt ook daarin lokaal wel enkele tientallen millimeters regen omlaag. De ervaring bij dit soort buiensituaties is dat het vaak toch wel even flink tekeer kan gaan met veel neerslag binnen korte tijd.
Waar alle weermodellen het wel over eens zijn, is dat de wisselvalligheid vanaf donderdag snel verder toeneemt. Woensdag wordt een soort overgangsdag waarbij het overwegend droog blijft, alleen aan zee zou een bui kunnen ontstaan. Donderdagochtend trekt een zone met mogelijk actieve regenval van zuid naar noord over of rakelings langs ons land, waaruit in sommige regio's gemakkelijk 10-20 millimeter neerslag kan vallen. Allesbepalend is de exacte koers van dat front. ECMWF is hierin momenteel het meest fors, GFS en Icon hebben donderdagochtend de minste regen en laten vrijwel alles boven Duitsland vallen. Andere modellen reiken zo ver nog niet.
Achter het koufront komen we donderdagmiddag en -avond in een veel koelere, van origine polaire luchtsoort terecht. De bovenlucht koelt dan verder af (vrijdag ca -20 graden op 5 km) en daardoor neemt de buienactiviteit alleen maar verder toe. In principe geldt dat voor het hele land, maar het zwaartepunt zal blijven liggen op de kustregio's. Het warme zeewater fungeert namelijk als voedingsbron voor de buien. Dat zien we natuurlijk wel vaker in deze tijd van het jaar. In een 30-50 km brede kuststrook kunnen de neerslaghoeveelheden aanzienlijk oplopen, terwijl het zuidoosten en oosten juist vaak overwegend droog blijft.
Het vroege najaar is typisch de tijd van het jaar waarin kustconvergentie de kop op steekt. De piek van de zeewatertemperatuur vindt plaats en die is momenteel hoger dan andere jaren, uiteraard door de warme zomer. Vlak langs de kust en op het IJsselmeer schommelt de watertemperatuur her en der zelfs rond 22-23 graden. Wanneer de bovenlucht afkoelt op nadering van een lagedrukgebied, loopt het temperatuurverschil tussen het aardoppervlak (in dit geval het zeewater) en de bovenlucht zo snel op dat zich zware buien kunnen ontwikkelen. Dit effect zien we boven de Middellandse Zee bijvoorbeeld nog veel sterker dan langs onze Noordzee. Neerslaghoeveelheden kunnen dan tot maximaal enkele tientallen kilometers uit de kust fors oplopen.
Wanneer zo'n weersituatie gepaard gaat met winden uit een westelijke richting, krijgen de buien door de scherpe overgang tussen zee en land vaak zelfs nog een extra zetje. Dat extra zetje komt doordat de wind boven land door wrijving plots afremt. Hierdoor ontstaat in de kustregio nabij de grond een overschot aan lucht. De wind vanaf zee wordt daardoor in die regio gedwongen te stijgen, wat de ontwikkeling van buien bevordert. Deze buien kunnen ook langdurig aangroeien of over hetzelfde gebied blijven 'slepen'. Het is op zulke dagen zeker denkbaar dat zich op sommige plaatsen wateroverlast voordoet.
Op de twee weerkaarten hierboven staat de totaal verwachte neerslagsom weergegeven tot begin volgende week. Wat vooral opvalt is dat het Amerikaanse weermodel (GFS, kaart 1) de buien landinwaarts meestentijds veel sneller laat uitdoven dan het Europese weermodel. Dit verschil kan veroorzaakt worden door een onderschatting van de hoeveelheid vocht in het model, iets wat we de afgelopen maanden vaker hebben gezien. Toch is het wel een klassiek beeld voor de herfst. Naar alle waarschijnlijkheid kunnen we uitgaan van regionaal 40-70 millimeter neerslag in de kustgebieden en 20-40 millimeter in het binnenland. Lokale pieken zowel iets hoger als iets lager zijn natuurlijk mogelijk. Deze weersomslag is voor de natuur in ieder geval geweldig nieuws. Hoe lang de wisselvalligheid na het weekend van 10/11 september nog aanhoudt, gaan we morgen bekijken in onze 30-daagse verwachting.
Foto omslag: Patrick Blom
Bekijk hieronder de neerslagverwachting van het Harmonie weermodel voor de komende 48 uur. Meer weerkaarten bekijken doe je op I'm Weather.
Wordt het lekker weer of niet? Hoewel de beleving voor iedereen anders is, hebben we getracht een algemeen cijfer te geven voor het weerbeeld per dag. Het weercijfer is gebaseerd op een algoritme dat is gecreërd door onze meteorologen en bevat variabelen als zonuren, (gevoels)temperatuur, wind, neerslag en wolken. Vooral een rustig en zonnig weerbeeld zorgt voor een hoge score van het weercijfer.