Deze week is er sprake van een grote 'blokkade' in de luchtdrukverdeling boven Europa. Boven Scandinavië ligt een groot hogedrukgebied, terwijl in het Middellands zeegebied een lagedrukgebied een beetje rondtolt (en langzaam oplost). Dit zorgt voor een langdurig oostelijke stroming. Dat levert de aanvoer op van warme continentale lucht, maar er schuilen ook zeker enkele onzekerheden in de huidige verwachtingen.

Het is deze week warm voor de tijd van het jaar: woensdag, vrijdag en zaterdag zijn in het zuiden maxima tot rond 25 graden mogelijk. Het ligt van de combinatie van eventueel lage bewolking in de ochtend, de windsterkte en hoeveelheid zon af in hoeverre deze temperatuur bereikt wordt. Met name ICON en het Europese weermodel ECMWF zijn redelijk scheutig wat de middagtemperatuur betreft. Elders lopen de maxima uiteen van 20-21 graden op de Wadden tot lokaal 24 graden landinwaarts. Daarmee is het toch ruimschoots te warm voor deze tijd van het jaar.

Eén van de 'addertjes' waar we rekening mee moeten houden is de kans op laaghangende bewolking of mist. De stroming waarmee we te maken hebben is afkomstig uit het Oostzeegebied en dat zorgt voor behoorlijk vochtige lucht, een beeld dat 's winters ook soms voorbij komt. Het is half september en de nachten zijn inmiddels vrij lang geworden. Tijdens deze periode kan zich vrij gemakkelijk nevel of mist vormen en die mist gaat regionaal zelfs over in laaghangende bewolking. Dat zorgt met name in het oosten en noordoosten de komende dagen voor soms een grijze start van de dag. Maar in hoeverre breekt de zon vervolgens door?

Kijken we naar het Nederlandse Harmoniemodel, dan zien we vooral donderdagochtend een omvangrijk mistveld het noordoosten binnentrekken vanuit Duitsland. In deze uitvoer duurt het tot halverwege de middag alvorens dit 'ochtendgrijs' verdwijnt en dat heeft uiteraard invloed op de temperatuur. Op sommige plaatsen wordt het in zo'n scenario nauwelijks 20 graden. Terwijl: wanneer de zon direct flink schijnt, zijn dus maxima van 24-25 graden mogelijk. Zeker omdat de wind vanaf donderdag afzwakt zouden velden met lage bewolking of mist vrij hardnekkig stand kunnen houden.

Daarnaast vindt er in de vochtige lucht een minimale buienkans plaats boven het zuidoosten van de Benelux. Donderdag kan dat in Limburg een enkele regen- of onweersbui opleveren, maar de onzekerheid hierin is eveneens nog vrij groot. Wanneer een bui vanaf de grond ontwikkelt pakt zo'n exemplaar 300-500 J/kg aan CAPE en dat kan een behoorlijke plens regenwater binnen korte tijd geven. De meeste en felste buien zijn bestemd voor de Ardennen en de Eifel en gaan dus aan onze neus voorbij.

Aanzienlijk grotere buienkansen verschijnen vanaf zondag (22 sept) in de weerkaarten. Dan breekt het hogedrukgebied boven het noorden van Europa in tweeën en nadert vanuit het zuidwesten een koufront. Dit kan zondagmiddag direct al voor enkele stevige buien zorgen met kans op onweer, die de warme lucht verdrijven. De nieuwe week staat vervolgens in het teken van een compleet ander weerbeeld. Er steekt van tijd tot tijd een stevige westelijke stroming op met dagelijks wel wat regen of enkele buien en soms daarbij een stevige wind. Het kwik daalt daarbij naar waarden iets onder de 20 graden. De liefhebbers van warmte moeten dus nog even genieten van het huidige weer, want het wordt op wat langere termijn een stuk herfstachtiger.

Foto omslag: Anne-Marie van Iersel