Het was gisteren ook al in onze 30-daagse verwachting te zien: de verdeling van drukgebieden boven Europa gaat de komende dagen kantelen. Een depressie nabij IJsland lost geleidelijk op, trekt verder oostwaarts en maakt plaats voor een omvangrijk hogedrukgebied. Dat hoog wordt vanaf aanstaande dinsdag in de steigers gezet en zorgt later volgende week bij ons voor een heersende oostenwind nabij het aardoppervlak. Daarmee wordt in toenemende mate continentaal subtropische lucht naar de Benelux geblazen, waarin de temperaturen elke dag een stapje verder omhoog doen.

Dat zien we ook in de pluimverwachting hierboven. De zogenaamde 'spreiding' tussen de groene lijntjes is bijvoorbeeld op zondag 20 augustus uitzonderlijk groot: het warmste scenario gaat dan naar ruim 35 graden, terwijl de koudste uitkomst op datzelfde ogenblik amper 22 graden haalt. Gemiddeld komen we in deze verwachting dan rond 28 graden uit, maar dat zegt eigenlijk heel weinig. Er zijn namelijk twee duidelijke clusters (groepjes van berekeningen) zichtbaar: één tropische en één cluster met maxima rond 25 graden. Er valt voorlopig geen zinnig woord over de uitkomst te zeggen, behalve dat de kans op zeer warm weer relatief gezien best groot wordt. Zeker als je dat afzet tegen de afgelopen weken.

Hierbij zijn we afhankelijk van het ontstaan van een lagedrukgebied ten zuidwesten van Ierland op de Atlantische Oceaan. Dit systeem bestaat nog lang niet: pas rond 16/17 augustus moet dat laag tot ontwikkeling komen. Het is dus echt in de toekomst kijken wat we doen. Komt dat lagedrukgebied dicht genoeg bij Europa dan steekt een diepe zuidelijke stroming op met dus een aanvoer vanuit Spanje. Dan kan het in Frankrijk in sommige regio's zomaar 35-40 graden worden en ook Nederland gaat dan zeker in de buurt van de tropische 30 graden uitkomen. Indien het laag op de oceaan verder bij ons vandaan blijft, dan wordt die zuidenwind ook minder prominent. In dat geval blijft het bij maxima rond 25 graden, maar alsnog met vrij veel ruimte voor de zon.

Niet alleen is die luchtsoort warm, maar potentieel ook ontzettend vochtig. Zeker onderin de atmosfeer en daarbij schieten de dauwpunten dan naar waarden tussen 20 en 25 graden. Daardoor kan het in die warme lucht heel broeierig aanvoelen en bovendien wordt de opbouw van de atmosfeer potentieel ronduit onstabiel met hoge CAPE-waarden. CAPE is hierin een soort maatstaaf voor de mate van beschikbare energie voor onweersbuien. Verschillende berekeningen komen in de warmste luchtsoort nu al met waarden tussen 2000 en 4000 J/kg en dat is behoorlijk fors op deze termijn. Nu hoeft dat zeker niet direct te leiden tot zwaar onweer. Zoals altijd bij onweersbuien spelen er namelijk veel meer elementen mee. Qua windschering is de positie van het lagedrukgebied wederom van belang: komt dat ver bij ons vandaan te liggen, dan bereikt de straalstroom met hogere windsnelheden ons ook niet of nauwelijks. In dat geval is er dus sprake van weinig windschering en zullen buien zich niet heel krachtig kunnen ontwikkelen. Voor verdere details is het uiteraard nu nog te vroeg.

Na de plens regenwater van zaterdagochtend is het de komende dagen echter ook al heerlijk zomerweer. Vooral  heel aangenaam! Nog niet heel broeierig met temperaturen rond een graad of 24 en daarbij geregeld ruimte voor de zon. Misschien dat het maandag en rond woensdag landinwaarts al iets warmer wordt (maximaal 26-27 graden) en zou zich ook een lokaal warmte-onweer kunnen ontwikkelen. Veel zwaardere buien staan voor Duitsland op het programma en dan vooral maandagavond en in de nacht naar dinsdag (potentieel circa 1000 J/kg CAPE met circa 35 knopen windschering). Het is trouwens niet uitgesloten dat vooral Limburg daar ook een veeg van meekrijgt in de vorm van flinke hoeveelheden neerslag of enkele uren actief onweer. Dat gaan we de komende dagen verder bekijken.

Foto omslag: Toon Boons