Kleine, weeractieve lagedrukgebiedjes. Voor meteorologen zijn ze uitdagend en zeer interessant omdat de koers van een dergelijke depressie zo bepalend is voor het weer dat daadwerkelijk optreedt. Het maakt de weersverwachting op termijn wel vaak erg lastig omdat pas kort van tevoren duidelijk wordt hoe de depressie daadwerkelijk trekt.

In de animatie hierboven zijn de twee lagedrukgebiedjes goed te zien die over Nederland trekken. Hoe de koers van het tweede lagedrukgebiedje precies zal zijn, is nu nog onzeker. Hierdoor zijn de details in de weersverwachting voor maandag nog onzeker.

De komende 72 uur hebben we te maken met twee van dergelijke kleine depressies . Zondagmiddag trekt de kern van het eerste systeem over Noord-Holland, via Overijssel naar het noorden van Duitsland. Maandagavond zien we de kern van een tweede laag boven Brussel richting het noordoosten trekken waarna het dinsdagochtend boven het noorden van Duitsland ligt.

Vooral in de koers van het tweede laag zit nu nog onzekerheid, maar het ziet er naar uit dat dit laag zuidelijker trekt dan de eerste. Rond dit tweede laag regent het aanvankelijk. Aan de noordzijde wordt een oost tot noordoostelijke stroming in stand gehouden waarmee koude lucht Nederland wordt ingesleurd. Hierdoor is de kans aanzienlijk dat de neerslag op steeds meer plaatsen overgaat in sneeuw. Waar de sneeuw gaat vallen, is echter nog zeer onzeker en hangt geheel van de koers van de depressie af.

De diverse weermodellen berekenen indrukwekkende sneeuwdiktes. Een enkele berekening komt zelfs op meer dan 20 cm uit. In dat scenario zou de sneeuwval ook in de nacht naar dinsdag nog aanhouden. Er zijn echter ook weermodellen die met veel minder sneeuw komen. Over 24 uur weten we ongetwijfeld meer en tot die tijd is het wachten op de sneeuw van zondag. De details daarover zijn hier te lezen.