Van een heftige strijd kunnen we niet spreken, maar deze week is ons land toch het strijdtoneel tussen twee luchtsoorten. Vanuit het noorden probeert koelere lucht terrein te winnen, maar zachte lucht uit het zuiden biedt moedig weerstand. Het resultaat is dat er in het noorden vaker wolkenvelden over trekken en dat het zuiden van het land de meeste zon ziet. Daar horen natuurlijk ook de hoogste temperaturen bij. Maandag en dinsdag is de kans op neerslag overigens klein, waarmee maar weer duidelijk wordt dat niet elke strijd op het weervlak meteen in tranen eindigt. De eerste dagen van de week is het ongeveer 20 graden in het noorden en 23 of 24 in het zuiden.

De tegenstellingen lijken woensdag wat te verscherpen. Dan neemt de kans op wat regen of enkele buien vooral in het noorden van het land al wat toe. Daarmee wordt de 20 graden ook minder duidelijk gehaald. In het zuiden blijft het echter droog en schijnt de zon vrij uitbundig. Dat resulteert regionaal dan weer in een zomerse dag; in Limburg kan het wel 27 graden worden.

De buien vanuit het noorden winnen het en donderdag is het op meer plaatsen van tijd tot tijd nat. Zo schuift ook iets minder zachte lucht naar het zuiden. Donderdag wordt het 19 tot 22 graden. Vrijdag is het 17 tot 22 graden, gezien van noordwest naar zuidoost. Het is dan wel rustig met de wind, droog en de zon schijnt weer geregeld. Al met al is van woelig herfstweer voorlopig nog helemaal geen sprake.