Om voor de eerste drie dagen van de week een zo goed mogelijke weersverwachting te maken hoeven we niet naar het grote plaatje of data voor hoog in de atmosfeer te kijken. Een hogedrukgebied in onze omgeving zorgt voor weinig wind en droog weer.    

Belangrijker is de onderste anderhalve kilometer van de atmosfeer boven Nederland. De lucht is heel vochtig en dat betekent dat bij opklaringen gemakkelijk mist kan ontstaan. Overdag lost de mist op veel plaatsen op, maar gaat wel over in laaghangende bewolking. De zon heeft veel moeite om hier doorheen te breken. Zuid-Nederland heeft wat dit betreft, vooral maandag, de beste papieren. 

Verwachting van het ICON-model van zondagochtend 23 januari voor maandag t/m donderdag. Goed is te zien hoe hoge druk donderdag plaatsmaakt voor een eerste storing.

Het weerbeeld heeft ook invloed op de temperatuur. Onder bewolking is het ’s nachts +2 tot +4 graden, maar bij opklaringen en mist zakt het kwik tot rond het vriespunt. Overdag is het juist andersom. In hardnekkige mist blijft het kwik steken bij 2 of 3 graden, maar als de mist optrekt en de zon even doorbreekt wordt het al snel een graaf of 6.       

Vanaf donderdag weten storingen ons land weer te bereiken. De kans op mist raken we kwijt, maar we krijgen er wisselvallig weer voor terug. Daarbij kan het een keer goed doorregenen, maar komt ook vaker de zon tevoorschijn.  

Een ander opvallend verschil in het weerbeeld is de wind. Tot woensdagmiddag houdt de wind zich heel rustig, maar daarna waait het regelmatig goed door. De wind heeft een voorkeur voor het westen tot noordwesten en zal aan zee regelmatig krachtig zijn, 6 Bft.    

Dit wisselvallige weer met vrij veel wind gaat gepaard met relatief hoge temperaturen. De maxima liggen vanaf donderdag veelal tussen 7 en 9 graden en de kans op vorst in de nachten is voorlopig heel klein. Ter vergelijk: maxima van 5 of 6 graden en minima rond het vriespunt zijn gebruikelijk voor eind januari.  

Voor de laatste verwachting kan je altijd terecht in ons weerbericht.

Omslagfoto: Ben Saanen