Het gaat deze week eindelijk gebeuren: het wordt iets milder lenteweer. Hoe we richting de normale waarde gaan, kun je hieronder lezen.
Koude start
De start van april was dit jaar erg koud. Dat staat vele nog vers in het geheugen met sneeuw en hagel vorige week. Getuigen is van deze kou is de gemiddelde decade-temperatuur, deze bedraagt 5,8 graden. Daarmee hoort het begin van april 2021 bij een van de koudste van deze eeuw. Alleen de jaren 2013 en 2003 zijn de eerste tien dagen, de eerste decade, met een gemiddelde van respectievelijk 4,2 en 4,6 graden, nog kouder geweest.
Een enorm contrast is het begin van april dit jaar, wat het aantal zonuren betreft, met de eerste dagen van april in de voorgaande twee jaren. Zo is in dit jaar bijvoorbeeld op het weerstation De Bilt 54 zonuren gemeten. In 2020 was het bijzonder zonnig met 92 zonuren in de eerste decade van april, in 2019 zijn 78 zonuren geregistreerd.
Met meer zonuren was de decadegemiddelde temperatuur toen ook hoger: in 2020 10,4 graden en in 2019 9,2 graden.
De komende week is er gelukkig voor de zon meer ruimte dan afgelopen weekend. Toch hebben we nog met een bijzonder koude luchtsoort te maken. Dat is te merken aan het wisselende weerbeeld. Naast geregeld zonneschijn zijn er ook grote stapelwolken te zien. Daarbij trekken maandagochtend enkele buien van west naar oost over het land. Doordat de lucht erg koud van oorsprong is, is bij sommige buien kans op hagel, natte sneeuw en een klap onweer.
Na een koude start met op veel plaatsen lichte vorst aan de grond stijgt de temperatuur door een matige noordwestenwind op maandagmiddag naar maximaal 8 graden. Dat is nog steeds vrij koud voor de tijd van het jaar, maar minder koel dan afgelopen zondag. Toen werd het met moeite 7 graden.
Langzame stijging
De temperatuur heeft eind maart en begin april enorme sprongen gemaakt. De eerste landelijke warme dag van dit jaar was op 30 maart met maxima van ruim 21 graden. Begin april kelderde het kwik. Afgelopen zondag werd het amper 7 graden.
In deze tijd van het jaar wordt het doorgaans 12 tot 15 graden in de middag. Deze waarde lijkt voor deze week nog te hoog gegrepen, maar het weerbeeld ziet er vaak vriendelijk uit met van tijd tot tijd zon. De lentezon brengt half april al veel warmte, want bij een onbeschermde huid kan na ongeveer een half uur rood gaan kleuren.
Geleidelijk gaat de temperatuur omhoog
Dinsdag en woensdag is de kans op een bui nog aanwezig, maar waarschijnlijk valt er alleen regen uit de wolken doordat de lucht geleidelijk minder koud wordt. Een groot deel van de dag blijft het droog en komt de zon geregeld tevoorschijn. Met meestal droge momenten en zonneschijn stijgt de maximumtemperatuur gestaag, zodat aan het einde van de week de normale waarde van ongeveer 13 graden op de thermometers is af te lezen.
In de nacht en vroege ochtend is het wel vrij koud met het kwik rond of net iets onder het vriespunt. Vorstgevoelige planten hebben dan ook nog aandacht nodig.
Vanaf donderdag is de buienkans verwaarloosbaar klein. Het blijft tot en met zaterdag droog. Daarbij draait de wind naar het oosten en krijgt de zon vooral op vrijdag veel ruimte. Dan is het in de zon uit de wind, best aangenaam lenteweer. Op maxima van 15 graden of hoger moeten we nog even wachten. Er zijn signalen dat de laatstgenoemde waarde in de derde week van april bereikt wordt.
Wordt het lekker weer of niet? Hoewel de beleving voor iedereen anders is, hebben we getracht een algemeen cijfer te geven voor het weerbeeld per dag. Het weercijfer is gebaseerd op een algoritme dat is gecreërd door onze meteorologen en bevat variabelen als zonuren, (gevoels)temperatuur, wind, neerslag en wolken. Vooral een rustig en zonnig weerbeeld zorgt voor een hoge score van het weercijfer.