Een zuidoostelijke stroming zorgt voor een bijzonder warm begin van de nieuwe week. Maandagmiddag loopt de temperatuur op naar waarden tussen 26 en 29 graden in de meeste kustregio's, circa 30 graden in het zuiden en oosten tot lokaal 31-32 graden in het noorden en/of midden van Limburg. Het weerbeeld kenmerkt zich door veel zonneschijn, al zal de lucht zeker niet helemaal strakblauw zijn. Zaterdag en zondag zagen we ook vrij veel dunne wolkensluiers over waaien en dat zal maandag niet veel anders zijn.

In de laatste temperatuurpluim, voor het midden van Limburg (regio Arcen/Venlo), zien we de warmte duidelijk eruit springen. Het gemiddelde van alle members komt daar maandagmiddag uit op ruim 31 graden:

Maandagavond en de nacht naar dinsdag neemt de bewolking toe, gevolgd door een enkele regen- of onweersbui. De grootste buienkans doet zich waarschijnlijk voor in het westen, zuidwesten en (uiterste) zuidoosten van ons land. Toch zijn deze buien slechts zeer plaatselijk van aard en ook waar het tot een bui komt lijken de neerslaghoeveelheden beperkt te blijven. Het zwaartepunt van de buien valt boven Noord-Frankrijk en het zuiden en oosten van België.

Een zuidwestenwind steekt op en dat zorgt voor de aanvoer van steeds meer vocht. Daardoor gaat het dinsdag nogal broeierig warm aanvoelen, maar veel potentie voor onweersbuien ontbreekt eigenlijk nog steeds boven ons land. Met name in de nacht en ochtend kan wel een enkel exemplaar vallen, bij voorkeur boven de westelijke helft. Later op de dag verplaatsten die voorkeursgebieden zich verder landinwaarts, maar buien op grote schaal worden niet verwacht. Verder schijnt de zon geregeld en wordt het opnieuw zomers warm met 25 tot 28 graden. Alleen vlak aan zee blijft het wellicht enkele graden koeler.

De zwaarste buien vallen dinsdag opnieuw in een brede zone rondom ons land. Met name het noorden en noordwesten van Frankrijk, maar ook in delen van Engeland, kan het mogelijk flink tekeer gaan. Een lagedrukgebied ligt stil nabij de Ierse kust dat systeem zorgt daar voor veel meer onstabiliteit en dus buienontwikkeling. Wij liggen te ver van het laag vandaan voor buien of neerslag van betekenis.

Het lagedrukgebied komt uiteindelijk wel langzaam naderbij en dat is goed nieuws voor de natuur. Woensdag trekt een trog vóór dit laag uit al over onze omgeving, maar de timing ('s ochtends tussen 07 en 12 uur) lijkt nu ongunstig voor flink wat neerslag. Er gaan ongetwijfeld enkele buien vallen en met name in de kustgebieden kan daarbij verspreid onweer voorkomen. Daar wordt ook de meeste neerslag verwacht: lokaal meer dan 10-15 millimeter. Landinwaarts blijft het ook woensdag waarschijnlijk bij een enkele bui en daar valt op verscheidene plaatsen zelfs weer helemaal geen regen. Doordat de wind toeneemt uit een zuidwestelijke richting komt de aanvoer van duidelijk minder warme lucht wel op gang. De maxima lopen uiteen van 18 graden in het noordwesten tot mogelijk nog 26 graden in Limburg.

In de loop van donderdag of op vrijdag zal het eerdergenoemde lagedrukgebied ons land rakelings passeren. Dat levert een sterk verhoogde buienkans op. Vooral de kustgebieden mogen dan een flinke plens hemelwater tegemoet zien: mogelijk valt gedurende een periode van 48 tot 72 uur op sommige plaatsen zelfs meer dan 50 millimeter neerslag. Oorzaak hiervan is het warme zeewater. De bovenlucht koelt naarmate het lagedrukgebied dichterbij komt steeds verder af en daardoor ontstaan grote temperatuurverschillen tussen het aardoppervlak (in dit geval het zeewater van 20-23 graden) en grote hoogte in de atmosfeer (op 5 km hoogte kan het afkoelen tot circa -20 graden). Doordat het zeewater met name tijdens de nachtelijke uren veel warmer is dan het land, zijn buien vooral op zee en langs de kust actief met kans op hagel en onweer. Ook landinwaarts gaan overdag echter buien vallen met op veel plaatsen een welkome hoeveelheid regen, al zal dat lang niet overal het geval zijn.

Er staan regionaal dus flinke hoeveelheden regen op het programma en dat is met de huidige droogte alleen maar goed nieuws. In deze tijd van het jaar gaan buien vaak ook gepaard met onweer, maar potentieel zwaar onweer lijkt niet aan de orde.

Voor zwaar onweer, ook wel dynamisch onweer genoemd, zijn verschillende ingrediënten nodig. De belangrijkste twee zijn flinke mate van onstabiliteit en veel windschering. Windschering is het verschil in windsnelheid tussen het aardoppervlak en grotere hoogte in de atmosfeer. Meer daarover lees je hier. Dat verschil blijft deze week vrij klein (10 tot 25 knopen), waardoor we meestal te maken hebben met buien van het single cell of multicell type. Tijdens de nachtelijke uren kan dat overigens wel mooie beelden opleveren in de kustgebieden, wanneer deze buien hun voeding uit het warme zeewater halen en vooral daar dus actief blijven. Verder behoort lokale wateroverlast tot de mogelijkheden als een forse bui boven een dorp of stad valt.

Vanaf 9/10 september draait de wind enige tijd naar een westelijke richting en dan daalt de temperatuur naar waarden rond of zelfs iets onder de 20 graden. Dat zal even wennen worden na al die weken met warm tot zeer warm zomerweer. Mogelijk komt in het weekend zelfs een einde aan een serie van meer dan 100 (!) warme dagen in Limburg, maar dat is nog wel onzeker. Verder blijft het licht wisselvallig met geregeld zon en af en toe een bui.

Kijken we stiekem alvast een deurtje verder, dan zien we de invloed van hogedrukgebieden mogelijk opnieuw toenemen met warmer en zonniger weer tot gevolg. Dan spreken we over de week van 12 september. Meer daarover volgt de komende dagen in onze nieuwe modelbespreking en natuurlijk 30-daagse verwachting!

Foto omslag: Annelie Wagenaar (Zoutelande)