Een matige tot vrij krachtige noordwestelijke wind voert maandag wolkenvelden en vooral in de noordelijke helft van het land enkele lichte buien aan. In Zeeland, Noord-Brabant en Limburg blijft het vrijwel droog en komt de zon vaker tevoorschijn.  

Doordat de wind vanaf de relatief koelere Noordzee waait, ligt de temperatuur aan de lage kant voor deze fase van juli. Het wordt maandagmiddag 16 graden op de Wadden tot 20 in Limburg, terwijl 20 of 21 graden gebruikelijk is voor de tijd van het jaar.

In de nacht naar dinsdag koelt het landinwaarts behoorlijk af, naar 8 tot 10 graden. Bij deze waarden is het in een tentje slapen erg koud. In de kuststreken ligt het minimum omstreeks 13 graden.

Dinsdag en woensdag ligt de kern van een hogedrukgebied dicht bij ons land. De kans op een bui is vrij klein, op veel plaatsen blijft het grotendeels droog. Naast wolken is de zon geregeld te zien. Doordat er minder wind staat komt de middagtemperatuur iets hoger uit, verder landinwaarts wordt het 20 tot 22 graden. In de kustprovincies stijgt het kwik naar 17 tot 20 graden, met de laagste waarde op de Waddeneilanden. 

Het hogedrukgebied is op donderdag vertrokken naar het midden van Europa daardoor is de kans op enkele buien groter. Toch is het vaak best aardig met nu en dan zonneschijn. Ook wordt de aangevoerde lucht geleidelijk warmer, vanaf donderdag ligt de middagtemperatuur tussen de 20 en 24 graden. Bij een maximumtemperatuur van 20 tot 25 graden is er sprake van warm weer en is een jas voor veel mensen overbodig. Alleen de vroege ochtenduren verlopen met minima van 11 tot 14 graden koel. Deze temperaturen worden meestal gemeten tot enkele uren na zonsopkomst.