De temperatuur op aarde wordt grotendeels bepaald door de instraling van de zon. Op een zonnige dag is het al snel warmer dan de dag erna die bewolkt verloopt. In de nachten heb je echter geen zon, dus kan hierdoor het verschil niet komen.

De temperatuur 's nachts wordt in eerste instantie grotendeels bepaald door de hoeveelheid warmte die de zon overdag op aarde heeft gestraald'. Dat is immers de temperatuur waar je de nacht mee begint. Overdag, maar ook 's nachts straalt de aarde zelf warmte uit. De lucht vangt echter een deel van deze warmte weer op. Hierdoor kan de aarde maar langzaam afkoelen. Afhankelijk van hoeveel warmte de lucht opvangt koelt het dus sneller of langzamer af.

Wolken vangen de warmtestraling van de aarde effectief op. Als het 's nacht bewolkt is, zal de aarde haar warmte minder effectief kwijt kunnen raken. Andersom, als het helder is koelt het dus sneller af!

Niet alleen wolken vangen de warmte in de lucht effectief af. Ook diverse gassen doen dit. Omdat ze de warmte binnen houden zoals de warmte in een broeikas wordt vastgehouden, worden dit ook wel de broeikasgassen genoemd.