Wanneer het gaat dooien na een koude periode en er ligt ijs of sneeuw, dan is de kans groot dat het grijs en mistig wordt rond de sneeuw of ijsvlaktes.

Dit komt omdat er zachte lucht strijkt over de koude oppervlakten. Het ijs of de sneeuw smelt en het water verdampt. Daarnaast koelt de zachte lucht af die langs het ijs strijkt. Koelere lucht kan minder waterdamp bevatten. Door de dooi is er juist veel waterdamp aanwezig. Gevolg: de waterdamp condenseert en er ontstaat mist en lage bewolking. In deze mist kan het zicht zeer ver teruglopen tot onder de 50 meter.

Dooimist kan lang aanhouden, zeker als er veel sneeuw is gevallen of het ijs heel dik is en het weer betrekkelijk rustig blijft. In winters waarbij het IJsselmeer is dichtgevroren kan het dagen tot ruim een week duren voordat de mist op en rond het meer verdwijnt

Soms komt de zachte lucht in combinatie met veel wind en of regen. Het dooiproces gaat dan sneller en de mist zal eerder verdwijnen omdat de ijs of sneeuwlag sneller wordt aangetast.