Lagedrukgebieden koersen de komende periode weer over de noordelijke helft van Europa. Dit betekent dat de komende periode vooral de noordelijke helft van de Alpen met sneeuwval te maken gaat krijgen. De sneeuwval begint eigenlijk zondag al. Morgen valt er vooral al sneeuw in de Noord-Italiaanse Alpen en Zwitserse Alpen, zondag trekt een koufront over en krijgen alle regio's met sneeuw te maken. Dit heeft natuurlijk gevolgen voor wintersporters die uit dat gebied vertrekken. Zaterdag is de beste dag om terug te rijden, zondag kan het wel eens filerijden worden.

Zondag bereikt een koufront het Alpengebied en gaat er flink wat neerslag vallen. Boven 1900 meter valt de neerslag als sneeuw, wat lager is het een mix van natte sneeuw en regen. Vooral wintersporters die terugkeren uit de Franse Alpen, kunnen flinke extra drukte verwachten op zondag. Al vroeg in de ochtend valt er neerslag, waardoor de files langer kunnen worden dan normaal. Voor de wintersporters in de Zwitserse en Oostenrijkse Alpen lijkt de terugreis in de eerste uren goed te doen, maar in Duitsland komen ze de regen snel tegen. Het advies: ga zaterdag terug. 

Zondag trekt een koufront over het Alpengebied. De zachte lucht die momenteel aanwezig is wordt in ongeveer 24 uur tijd verdreven en de sneeuwgrens daalt geleidelijk naar zo'n 700 meter op komende dinsdag. Het verdrijven van de zachte lucht gaat niet zonder slag of stoot: er gaat regelmatig sneeuw vallen. De meeste sneeuw wordt verwacht in de Zuid-Zwitserse Alpen; lokaal valt er tot en met donderdag 80 centimeter! In de oostelijke Oostenrijkse Alpen valt het minst. De storingen houden in elk geval tot komend weekend aan.

We kunnen het niet vaak genoeg zeggen: pas op bij het skieën buiten de daarvoor bedoelde pistes. Door de sneeuwval van de afgelopen periode en de verwachte sneeuwval voor de komende periode, is de kans op lawines nog steeds sterk aanwezig. Vooral op de plaatsen waar in de afgelopen periode wat minder sneeuw is gevallen en er de komende periode behoorlijk wat bij komt, is de kans op lawines het grootst. Op deze plaatsen ontstaan namelijk 2 sneeuwlagen: een meer ijzige onderlaag en een toplaag van verse sneeuw. Dit kan bij het minste of geringste gaan schuiven.