Het passeren van een koufront, van west naar oost over het Alpengebied, gaat gepaard met wolken en neerslag. De nadruk ligt op de centrale alpen, maar ook de zuidzijde pakt later op de dag wel wat sneeuw mee.

De sneeuwvalgrens ligt rond 1800 meter. Boven 2000 meter blijft het overal wel vriezen en daarmee is het wat kouder geworden in vergelijking met de afgelopen dagen.

Later op de dag, als de storing verder oostwaarts trekt, begint het alweer op te klaren in de Franse Alpen. De zon kan er daar dan goed bijkomen en dat geeft nog een mooi einde van de dag.

Op donderdag en vrijdag valt de stroming vrijwel weg in de Alpen en dat levert een tijdje rustige condities op. De zon gaat in de meeste skigebieden wel weer schijnen en de neerslagkansen zijn gering. De middagtemperatuur ligt rond -3 graden op 2000 meter, beneden 1.500 meter is het duidelijk boven nul en de lager gelegen dalen zijn inmiddels dan ook groen.

In de loop van vrijdag begint een zuidelijke stroming op gang te komen, waarmee zachtere lucht naar de Alpen stroomt en de kans op neerslag weer toeneemt. Als eerste krijgen de Franse Alpen dan sneeuw, maar ook regen.

In het weekend duwt de zuidelijke stroming dus zachte lucht de Alpen in. Er ontstat een duidelijke zuidstuw, dus de Franse Alpen en het Val d'Aosta, Wallis, Tessin en Graubünden en later ook de Dolomieten krijgen vooral neerslag te verwerken.

Het blijft sneeuw boven 2.000 meter in de meeste gebieden, maar verder omlaag wordt het steeds vaker wel regen. De sneeuwvalgrens stijgt namelijk naar 1.500 meter in Oostenrijk tot zelfs 1.900 meter in de Franse Alpen.

De noordzijde van de Alpen hebben in deze situatie natuurlijk de beste papieren. Door föhn is daar de zon juist veel te zien, maar het levert ook hoge temperaturen op. De uitgedroogde lucht geeft nog deels wel enige bescherming van het sneeuwdek.