De lente van 2020 is het op twee na zonnigste seizoen sinds 1901. Met gemiddeld over het land ruim 792 zonuren tegen normaal 517 zonuren heeft de lente van dit jaar ongeveer 50% meer zonuren gehad dan gebruikelijk.

Door het bijzonder groot aantal zonuren hebben de zonnepanelen veel stroom opgeleverd.

De herinnering aan de dikwijls zonovergoten lentedagen van 2020 wordt waarschijnlijk door veel mensen verbonden aan de coronacrisis. Mede door de maatregelen om de verspreiding van het coronavirus te kunnen beperken was de lucht extra schoon en vaak strakblauw. Maar het uitzonderlijke zonnige karakter van het voorjaar werd voor het grootste deel veroorzaakt door de invloed van hogedrukgebieden en de aanvoer van droge lucht. 

Volgens de statistieken is de maand juli gewoonlijk de zonnigste maand van het jaar. Daarbij wordt in de zomer vaak de meeste zonuren geregistreerd. De zomers van 1976 en 1947 zijn de zonnigste seizoenen ooit gemeten met respectievelijk 837 en 811 zonuren. Het is bizar maar waar; door het recordaantal zonuren heeft de lente van dit jaar de derde plek ingenomen van zonnigste seizoenen ooit gemeten, landelijk gezien, en blijft de zomer van 2018 met 758 zonuren op de vijfde plaats achter. 

Na een van de zonnigste seizoenen ooit begint de meteorologische zomer ook met veel zon en hoge temperaturen. Voor de horeca levert dit weertype op de Tweede Pinksterdag meest waarschijnlijk veel drukte op de net geopende terrassen. 

Met veel zon stijgt de temperatuur in de middag naar 25 tot 27 graden. Ook op de stranden wordt het door de aflandige wind zomers warm. 

Na Pinksteren volgen waarschijnlijk een tweetal zeer warme en zonnige dagen. Normaal hoort het begin juni 19 graden in de middag te zijn. In de eerste dagen van de nieuwe week ligt het kwik daar zes tot acht graden boven en is het predicaat zeer warm van toepassing. 

Het droge en zeer warme weer duurt dus enkele dagen, in de tweede helft van de nieuwe week slaat het weer om. 

De meteorologische zomer start niet alleen zeer warm en zonnig maar ook met een ernstig neerslagtekort en dus een droge bodem. De sporen van de droogte van de lente zijn nog zichtbaar, het gevaar op bosbranden is de komende dagen groot en het stof waait door de stevige oostenwind flink op.

Ook voor hooikoorts-patiënten zijn de weersomstandigheden in de eerste dagen van juni erg ongunstig. De grassen bloeien en met de wind vanaf het vasteland is de concentratie pollen bijzonder groot.

Hopelijk komt de weersverwachting uit en ontstaan er in de tweede helft van de nieuwe week enkele regen- of onweersbuien zodat de lucht wordt schoongewassen. En als de wind op donderdag of vrijdag vanaf de Noordzee gaat waaien wordt het een stuk minder warm. De middagtemperatuur ligt in de tweede helft van de week tussen de 16 en 20 graden. 

Echter van de neerslaghoeveelheid en het aantal buien moet men niet te veel verwachten want waarschijnlijk ontstaan er niet genoeg buien om de droogte op te heffen. Ook hebben de buien waarschijnlijk een lokaal karakter en zullen er mensen zijn die zich afvragen waar de buien blijven. Raadpleeg daarvoor altijd de regenradar.