Na een zachte en winderige maandag, waarin het lokaal ruim 18 graden is geworden in het zuiden, klapt de wind opnieuw om naar het noordwesten. Dat levert dinsdag en woensdag beduidend lagere temperaturen op. Overdag wordt het nog hooguit 7 of 8 graden en dat is alleen het geval tijdens zonnige perioden. Wanneer een bui passeert kan het kwik zomaar wegzakken naar een graad of 3. De stevige noordwestenwind maakt het bovendien een stuk kouder. Aan zee kunnen gedurende dinsdagmiddag ook weer zware windstoten voorkomen.

Door die sterke afkoeling van de atmosfeer neemt in de loop van dinsdag ook de kans op wat winterse neerslag weer toe. Dit zal eerst in de vorm van korrelhagel of hele natte sneeuw zijn. Dinsdagavond en tijdens de nacht naar woensdag zakt ook de temperatuur nabij de grond richting het vriespunt. Dan krijgen buien een steeds meer winters karakter en kan het lokaal zelfs kortstondig wit en glad worden. Tijdens opklaringen gaat het landinwaarts een graadje vriezen, maar waarschijnlijk komen de meeste wegen (net) niet onder het vriespunt uit. Dit heeft natuurlijk mede te maken met de relatief warme voorgeschiedenis. Grootschalige gladheid wordt ditmaal dus niet verwacht, maar het is toch even oppassen.

Veel warmere lucht bereikt ons na een frisse woensdag. Dan blijft het kwik overdag nog steken op hooguit 7 graden, maar in de nacht naar donderdag passeert een gebied met bewolking en wat regen. Dat is het zogenaamde warmtefront. Aan de achterzijde stroomt warmere lucht over onze omgeving uit. In het zuiden is donderdagmiddag plaatselijk al 14 graden mogelijk en daarbij is het weerbeeld tamelijk grijs met soms een spat regen.

Intensere buien volgen op vrijdag, maar vooral komend weekend zal dat het geval zijn. De temperatuur kan dan verder stijgen naar waarden tussen 14 en 18 graden, maar tegelijkertijd wordt de atmosfeer ook onstabieler. Tijdens buien is lokaal onweer mogelijk en her en der kan veel neerslag vallen. Zondag regent het wellicht langere tijd als een slepend front onze omgeving passeert. Het blijft zodoende behoorlijk wisselvallig weer. Het te koude weertype raken we zoals gezegd wel kwijt, want ook vorst in de nachten is vanaf donderdag voorlopig verleden tijd.

Afgelopen week viel natuurlijk al een flinke plens water en op veel plaatsen leverde die neerslag zelfs een sneeuwlaagje op. Alleen al op donderdag en vrijdag viel lokaal meer dan 60 mm neerslag. Maart is daardoor in één klap regionaal al te nat geworden en helemaal als je dat afzet tegen de neerslaghoeveelheid van maart vorig jaar. Toen viel t/m de 30e regionaal helemaal geen regen en kwam de maandsom enkel tot stand op basis van 31 maart.

Dit jaar is dus totaal anders. Het voorjaar gaat nat van start: inclusief de neerslag van vorige week komt de maandsom binnenkort her en der al boven de 100 millimeter uit. Ook de lange termijn biedt eigenlijk weinig verandering. Dat betekent slecht nieuws voor de mensen die op lenteweer zitten te wachten, maar op zich goed nieuws voor de natuur. We lijken het groeiseizoen namelijk een keer niet met grootschalige droogte te beginnen.

Omslag foto: Piet Pauw