Sinds het begin van de metingen werd niet eerder zo'n hoge hoeveelheid zonne-energie gemeten in Nederland: 419 kJ/cm2. Dit is een gemiddelde over vijf hoofdstations in Nederland (De Bilt, Eelde, Den Helder, Vlissingen en Maastricht). Het oude record stond op naam van 2018, met destijds 418 kJ/cm2 zonne-energie in het hele jaar. Gemiddeld genomen ligt de hoeveelheid zonne-energie op 379 kJ/cm2, waarmee 2022 nu al 10% boven die gemiddelde waarde zit. Aangezien het jaar nog niet voorbij is, zal het record nog verder worden aangescherpt. 

Voor Nederlanders met zonnepanelen op het dak zal het record niet verrassend zijn. In september werd namelijk al een nieuw record gevestigd wat betreft opgewekte zonne-energie. Hoewel zonne-energie en de opgewekte energie vanuit zonnepanelen niet 1 op 1 vergelijkbaar zijn, hebben beiden wel een sterk verband. 

Hoewel de hoeveelheid zonne-energie dit jaar dus recordwaarden heeft bereikt, geldt dat (nog) niet voor het aantal zonuren. Op dit moment staan zowel 2018 en 2003 nog boven dit jaar met respectievelijk 2089 en 2099 uren zon. Het verschil tussen het aantal zonuren en de hoeveelheid zonne-energie is logisch, omdat zonuren in de zomer meer energie opleveren dan in de winter. De zon staat in de zomer veel hoger, waardoor er meer zonne-energie per vierkante centimeter wordt opgevangen dan in de winter.

Daarnaast maakt het ook uit of de zon in de ochtend of in de middag schijnt. In de middag is de stralingsintensiteit namelijk sterker per vierkante centimeter dan in de ochtend- of avonduren.

Het is overigens al vrij zeker dat 2022 uiteindelijk alsnog het zonnigste jaar sinds de metingen wordt, aangezien nog maar 28 zonuren nodig zijn om dit record te bereiken. Bijna alle maanden dit jaar verliepen zeer zonnig. Alleen in januari was het aantal zonuren wat lager dan normaal. Van maart tot en met augustus werd iedere maand zelfs de grens van 200 zonuren overschreden.

Foto boven artikel: Sytse Schoustra